Werken naast je studie
In principe mag je naast je studie werken. Omdat je studie voorrang heeft, mag je niet meer dan 20 uur per week werken gedurende het semester. Uitzonderingen zijn werk in het weekend of werkuren 's avonds en 's nachts. Deze urenbeperking geldt niet tijdens de semesterpauze.
Veel studenten werken in een mini-job waarin ze maximaal 520 euro per maand verdienen en geen sociale premies of pensioenverzekeringen betalen. Als de verdiensten hoger zijn dan 520 euro, worden er alleen pensioenverzekeringspremies betaald zolang de studie de hoofdactiviteit blijft.
Daarnaast is er de mogelijkheid om onbeperkt deeltijdwerk voor studenten aan te nemen. Je inkomsten, verminderd met een toelage, worden verrekend met je BAföG-uitkering als je werkt tijdens de periode van toelating.
Werk voor buitenlandse studenten
Studenten uit de EU of de EER hebben dezelfde toegang tot de arbeidsmarkt als Duitse studenten.
Studenten uit landen buiten de EU of EER hebben de mogelijkheid om 120 dagen of 240 halve dagen per jaar te werken onder de wet op buitenlanders als hun verblijfsvergunning dit toestaat. Deze beperking geldt ook voor collegevrije periodes en wachtperiodes, bijvoorbeeld tussen bachelor- en masterdiploma's in.
Voor werk buiten deze reikwijdte is de goedkeuring van de immigratiedienst vereist. Een vergunning van de federale arbeidsdienst is over het algemeen niet vereist voor studenten. Het betaalde werk mag echter de werkelijke reden van de studie niet in gevaar brengen. Bovendien mag het geen zelfstandige of freelance activiteit zijn.
Als onderzoeksassistent of studentassistent mag je daarentegen voor onbepaalde tijd werken als je het bureau voor vreemdelingenregistratie op de hoogte hebt gesteld.
Belangrijk! Deze regels zijn echter niet van toepassing in het eerste jaar van je verblijf als je deelneemt aan voorbereidende studieprogramma's. In deze periode is betaald werk niet toegestaan, omdat je je volledig moet concentreren op de voorbereiding van je studie.