Toegangseisen
Als staatsburger van een bevoorrecht derde land mag je het land binnenkomen zonder visum, maar moet je een verblijfsvergunning aanvragen bij het plaatselijke immigratiekantoor. Je nationale paspoort moet op het moment van binnenkomst nog minstens 6 maanden geldig zijn.
Als je zonder visum reist, mag je niet langer dan 90 van de 180 dagen in Duitsland blijven. Bovendien mag je tijdens deze periode geen betaald werk verrichten.
Als je een langer verblijf of betaald werk in Duitsland plant, moet je een overeenkomstig visum kunnen voorleggen.
Vrijstellingen
Uitzonderingen gelden voor burgers van
- Australië
- de Cookeilanden
- Guam
- Israël
- Japan
- Canada
- de Cocoseilanden
- de Republiek Korea
- Nieuw-Zeeland
- Niue
- de Norfolkeilanden
- Puerto Rico
- Tokelau
- de Kerstmis Eilanden
- de Verenigde Staten van Amerika, de Amerikaanse Maagdeneilanden en Amerikaans Samoa.
Je kunt Duitsland ook zonder visum binnenkomen als je een reisdocument hebt dat minstens 6 maanden geldig is. Voor een korter verblijf hoef je geen verblijfsvergunning aan te vragen.
Als je langer dan 90 van de 180 dagen wilt blijven, vraag dan direct na binnenkomst je verblijfsvergunning aan. Met je verblijfsvergunning mag je gaan werken.
Er zijn verdere uitzonderingen voor burgers uit de volgende landen
- Andorra
- Brazilië
- El Salvador
- Honduras
- Monaco en
- San Marino.
Onmiddellijk na je visumvrije binnenkomst moet je ook een verblijfsvergunning aanvragen bij het plaatselijke immigratiekantoor als je langer dan 90 van de 180 dagen wilt blijven. Voor kortere verblijven is geen verblijfsvergunning nodig.
Een verblijfsvergunning geeft je echter niet het recht om betaald werk te verrichten. Als je in Duitsland wilt werken, moet je het land binnenkomen met een werkvisum.
Als je een niet-EU-burger bent en Duitsland wilt binnenkomen vanuit een land in de Europese Economische Ruimte, gelden de inreisvereisten op basis van je nationaliteit.
Binnenkomst vanuit een EU- of EER-land
Als je een niet-EU-burger bent en Duitsland wilt binnenkomen vanuit een land in de Europese Economische Ruimte, zijn de vereisten voor toegang van toepassing op basis van je nationaliteit.
Of je Duitsland onder andere voorwaarden kunt binnenkomen, hangt af van het type verblijfsvergunning dat je hebt in het EU- of EER-land in kwestie.
Als je een familielid bent van een EU- of EER-burger, maar zelf geen EU-, EER- of Zwitsers staatsburger bent, heb je een visum nodig om Duitsland binnen te komen. Je krijgt dan een verblijfskaart van de immigratiedienst in Duitsland. Een geldige verblijfskaart uit een andere lidstaat van de Europese Unie stelt je vrij van de visumplicht.
Als je een verblijfsrecht hebt dat je recht geeft op mobiliteit in de hele EU, heb je geen visum nodig om Duitsland te bezoeken. Als je van plan bent om langer dan 90 van de 180 dagen per jaar te blijven, moet je controleren of een geschikt visum vereist is en kan worden afgegeven in het land waar je momenteel verblijft.
Je moet dan een verblijfsvergunning aanvragen in Duitsland nadat je het land bent binnengekomen.
Als je echter een permanent verblijfsrecht in een andere EU-lidstaat hebt, kun je Duitsland meestal zonder visum binnenkomen en een verblijfsvergunning aanvragen bij de plaatselijke immigratiedienst.