Recht op uitkeringen
Duitsland is een welvaartsstaat waarin alle burgers beschermd moeten worden tegen economische tegenspoed. Daarom is er, naast de wettelijke sociale verzekeringen, een dicht netwerk van uitkeringen om te helpen bij speciale behoeften. Het recht op een uitkering is gebaseerd op de wettelijke situatie en de werkelijke behoefte.
EU- of EER-burgers zijn over het algemeen uitgesloten van overheidsuitkeringen voor basisbehoeften.
Iedereen die niet in Duitsland werkt, zelfstandig ondernemer is of een recht op uitkeringen onder SGB II heeft verworven vanwege een eerdere baan, heeft de eerste 5 jaar geen recht op permanente uitkeringen onder SGB II (burgeruitkering) of SGB XII (sociale bijstand).
De periode van 5 jaar begint met de registratie bij een Duits registratiekantoor. Op verzoek moet worden aangetoond dat je je gewone verblijfplaats zonder noemenswaardige onderbreking hebt.
Je kunt mogelijk een overbruggingsuitkering krijgen totdat je het land verlaat (als je geen materieel verblijfsrecht hebt, alleen in Duitsland bent om werk te zoeken of je verblijfsrecht alleen bestaat in overeenstemming met art. 10 Verordening 492/2011/EU) - voor een periode van maximaal een maand - en, indien nodig, een reiskostenvergoeding als lening.
Of je als EU- of EER-burger aanspraak kunt maken op een uitkering hangt dus altijd af van je verblijfsrecht. Dit wordt bepaald door je land van herkomst, de duur van je verblijf in Duitsland tot nu toe en de reden van je verblijf.
Prestaties in overeenstemming met het Europees Welzijnsverdrag
Ondanks de uitsluiting van uitkeringen gedurende de eerste 5 jaar, heb je misschien een verblijfsrecht in Duitsland op basis van je land van herkomst, waardoor je recht hebt op uitkeringen.
De ondertekenaars van de Europese Welvaartsovereenkomst verplichten zich om burgers van andere lidstaten gelijke toegang te geven tot sociale uitkeringen in geval van legaal verblijf met het recht op vrij verkeer.
Sinds 2016 hebben alle rechten uitsluitend betrekking op uitkeringen onder SGB XII (sociale bijstand).
De lidstaten van het Europees Welzijnsakkoord zijn
- België
- België
- Frankrijk
- Italië
- Luxemburg
- Nederland
- Denemarken
- Ierland
- Verenigd Koninkrijk Groot-Brittannië
- Verenigd Koninkrijk Griekenland
- Portugal
- Spanje
- Zweden
- Estland
- Malta
- Turkije
- IJsland
- Noorwegen
Er is een aparte overeenkomst tussen Duitsland en Oostenrijk, de bilaterale overeenkomst over welzijn en jeugdzorg, die het recht op SGB II-uitkeringen (burgertoelage) regelt.
Voordelen gebaseerd op de vorige verblijfsduur
Onafhankelijk van het Europese welvaartsverdrag kun je recht hebben op overheidssteun onder SGB II (burgeruitkering) als je al lange tijd in Duitsland woont.
Na 5 jaar legaal verblijf (volgens de regels van het materiële recht op vrij verkeer) ontstaat een permanent verblijfsrecht. In zeldzame gevallen kan het recht op permanent verblijf al na 3 jaar worden verworven.
Het duurzame verblijfsrecht strekt zich ook uit tot familieleden, op voorwaarde dat zij gedurende 5 of 3 jaar permanent bij de erkende EU-burger hebben verbleven.
De volgende perioden worden in aanmerking genomen:
- Perioden waarin werk werd gezocht (over het algemeen 6 maanden)
- Perioden als werknemer, zelfstandige of familielid van een dergelijke persoon
- Perioden waarin de werkstatus of zelfstandige status bleef bestaan als gevolg van onvrijwillig verlies van werk (gedurende 6 maanden of ten minste 2 jaar)
- Perioden waarin voldoende middelen beschikbaar waren
Overzicht van uitkeringsrechten
Reguliere uitkeringen volgens SGB II of SGB XII worden betaald aan
- EU-burgers met een permanent verblijfsrecht.
- EU-burgers zonder vast verblijfsrecht, maar met 5 jaar gewoon verblijf.
- Werknemers en zelfstandigen.
- Voormalige werknemers of zelfstandigen na onvrijwillig verlies van werk (met behoud van werkstatus).
- Stagiairs in bedrijfsopleidingen.
- Familieleden (zoals gedefinieerd) van bovengenoemde groepen personen.
- Kinderen die onderwijs volgen na het overlijden of vertrek van de ouder die tot de Unie behoort.
- EU-burgers met een (fictief) verblijfsrecht op grond van de verblijfswet (bijv. slachtoffers van mensenhandel of illegale arbeidsuitbuiting).
- Gezinsleden van Duitsers.
Reguliere uitkeringen volgens SGB XII worden ontvangen door
- Onderdanen van EVA-staten met een verblijfsrecht die alleen werk zoeken.
- Onderdanen van EVA-staten met verblijfsrecht als kinderen van voormalige werknemers totdat ze hun opleiding hebben voltooid.
- Werknemers.
- Zelfstandigen.
- EU-burgers met behoud van arbeidsstatus.
- Permanente ingezetenen.
- Familieleden van bovengenoemde personen.
- Burgers van de Unie die zich bij Duitse gezinsleden voegen.
Overbruggingsuitkeringen onder SGB XII in overeenstemming met de wettelijke uitsluiting van uitkeringen
- Burgers van de Unie zonder verblijfsrecht in de zin van het materiële recht op vrij verkeer (niet-werkenden zonder voldoende bestaansmiddelen).
- EU-burgers die geen verblijfsrecht hebben (volgens EU-wetgeving) omdat ze geen werk zoeken of al meer dan 6 maanden zonder succes werk zoeken en geen vooruitzicht op succes hebben.
- EU-burgers die alleen een verblijfsrecht hebben om werk te zoeken en die niet de nationaliteit van een EVA-staat hebben.
- EU-burgers die alleen een verblijfsrecht hebben als kinderen van voormalige werknemers totdat ze hun opleiding hebben afgerond en die niet de nationaliteit van een EVA-staat hebben. Dit geldt ook voor ouders die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen (verblijfsrecht op grond van art. 10 Verordening 492/2011).
Uitkeringen op grond van de Wet Uitkeringen Asielzoekers
-
EU-burgers na formele vaststelling van het verlies of het niet-bestaan van het recht op vrij verkeer door de immigratieautoriteit ("verliesvaststelling" of "administratieve uitzetting").
Voordelen voor gezinnen
Gezinsbijslag kan bijvoorbeeld kinderbijslag, zwangerschapsuitkering, ouderschapsuitkering, voorschot voor levensonderhoud, kindertoeslag of als tegemoetkoming in de kosten voor alleenstaande ouders zijn.
Of je recht hebt op kinderbijslag in Duitsland hangt af van je specifieke leefsituatie. Als je hele gezin in Duitsland woont en hier ook verzekerd is, krijg je meestal ook de bijbehorende uitkeringen.
Als je in Duitsland verzekerd bent, maar je gezin in een ander land woont, kun je recht hebben op uitkeringen in meerdere landen. Gezinsbijslagen kunnen niet twee keer worden ontvangen. Welk land de uitkering toekent, wordt bepaald aan de hand van voorrangsregels.
Prioriteitsregels
- Het land waar je recht hebt op gezinsbijslag door te werken is verantwoordelijk.
- Als je rechten verwerft door in 2 landen te werken, is het land waar de kinderen wonen verantwoordelijk voor de gezinsbijslag (als een van de ouders in dit land werkt). Hetzelfde geldt als je in twee landen pensioenrechten hebt.
- Als de kinderen in een derde land wonen waar je geen rechten hebt opgebouwd door te werken, is het land waar de hoogste uitkeringen worden betaald verantwoordelijk voor de gezinsbijslag.
- Als de kinderen in een derde land wonen waar je geen pensioenrechten hebt opgebouwd, is het land waar je het langst verzekerd was of het langst woonde verantwoordelijk voor de gezinsbijslag.
- Als uw rechten ontstaan doordat u in beide landen woont, is het land waar uw kinderen wonen verantwoordelijk.
Aanvullende uitkeringen
De gezinsbijslag die u ontvangt in het bevoegde land kan lager zijn dan de bijslag waarop u recht heeft in een tweede land. U ontvangt het verschil van het tweede land.