Verblijfsrecht en verblijfsrecht voor EU-burgers
De Freedom of Movement Act/EU regelt de toegang en het verblijf van EU-burgers en hun familieleden. Ze kunnen het land binnenkomen zonder visum en hebben geen verblijfsvergunning nodig.
De enige vereiste is het bezit van een geldige identiteitskaart of paspoort. Hetzelfde geldt voor burgers van de EER. Na 3 maanden verblijf is het recht op vrij verkeer onderworpen aan bepaalde voorwaarden.
Je hebt recht op vrij verkeer als je
- werk zoekt in Duitsland met uitzicht op succes.
- een opleiding in Duitsland volgt.
- als werknemer of zelfstandige betaald werk verricht.
- geen economische activiteit uitoefent, maar een ziektekostenverzekering heeft en over voldoende financiële middelen beschikt voor zichzelf en de personen te zijnen laste. Het maakt niet uit waar de financiële middelen vandaan komen.
- gezinslid is (volgens de wet op vrij verkeer) van bovengenoemde personen.
Zwitserse staatsburgers en hun gezinsleden krijgen het Zwitserse verblijfsrecht, dat nauw aansluit bij het recht van vrij verkeer. Na aanvraag krijgt u een verblijfsvergunning in kaartvorm waarmee u uw verblijfsrecht kunt bewijzen of gebruik kunt maken van de online functies van de elektronische verblijfsvergunning.
Vrij verkeer van werknemers
Het recht op vrij verkeer om werk te zoeken bestaat voor een periode van 6 maanden en langer, zolang je als burger van de Unie werk blijft zoeken en een redelijk vooruitzicht hebt om werk te vinden.
Wie in Duitsland gaat werken, krijgt een arbeidsstatus. Deze status blijft behouden na de periode van tewerkstelling als de tewerkstelling onvrijwillig of ten voordele van een nieuwe tewerkstelling of opleiding wordt opgegeven.
Als je je baan onvrijwillig verliest na minder dan 12 maanden, blijft je werkstatus nog 6 maanden behouden. Tijdens deze periode kun je op zoek gaan naar een nieuwe baan of beginnen met een opleiding naar keuze.
Als je je baan onvrijwillig kwijtraakt na een periode van 12 maanden of langer, blijft je werkstatus ten minste 2 jaar behouden.
Als je je baan vrijwillig opgeeft, verlies je je werkstatus. Je kunt dan een nieuwe baan aannemen of een opleiding beginnen die direct verband houdt met je vorige baan.
Als je bijvoorbeeld door ziekte niet kunt werken, verlies je je werkstatus niet zolang de arbeidsongeschiktheid tijdelijk is en er uitzicht is op herstel.
Vrij verkeer voor stagiairs
Dankzij het recht op vrij verkeer kun je legaal in Duitsland verblijven om een opleiding te volgen en te studeren. Als je eerder in Duitsland hebt gewerkt, blijft je arbeidsstatus van kracht wanneer je aan een beroepsopleiding begint.
Als je je vorige werk vrijwillig hebt opgegeven, behoud je je werkstatus alleen als je vervolgopleiding direct verband houdt met je vorige werk.
Vrij verkeer van familieleden
Familieleden in rechte lijn, d.w.z. grootouders, ouders, echtgenoten en geregistreerde partners, kinderen en stiefkinderen tot 21 jaar, enz. hebben recht op vrij verkeer. Het recht op vrij verkeer voor familieleden geldt niet voor broers en zussen, tantes, enz.
Je recht op vrij verkeer is afhankelijk van dat van de ouder totdat je je eigen recht hebt vastgesteld.
Minderjarige (stief)kinderen van EU-burgers en hun (stief)ouders die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen, hebben een zelfstandig verblijfsrecht op grond van de Europese wetgeving in overeenstemming met art. 10 Verordening 492/2011 EU als ze onderwijs volgen (basisschool tot beroepsopleiding of studie) en als een van hun ouders met een EU-burger eerder als werknemer in Duitsland heeft gewerkt of momenteel werkt.
Meer informatie over gezinsimmigratie vind je in de gezinssectie.
Permanent verblijfsrecht
Na 5 jaar legaal verblijf ontstaat permanent verblijf in overeenstemming met § 4a van de Freedom of Movement Act/EU. Dit vereist legaal verblijf in overeenstemming met het materiële recht inzake vrij verkeer. Een louter feitelijk verblijf is niet voldoende.
Het recht op permanent verblijf kan worden gecertificeerd, maar heeft een zuiver declaratoire werking. Het strekt zich ook uit tot gemachtigde familieleden die hun vaste verblijfplaats bij de oorspronkelijke begunstigde hebben.
In uitzonderlijke gevallen en onder bepaalde voorwaarden kan het duurzame verblijfsrecht na 3 jaar worden verkregen.
Link
Verlies van bewegingsvrijheid
In principe geldt het vermoeden van vrij verkeer voor alle EU- en EER-burgers. Het is echter nog steeds mogelijk om het communautaire verblijfsrecht te verliezen. Tijdens de eerste 5 jaar van verblijf kan de immigratieautoriteit het verlies van het recht op vrij verkeer vaststellen als de voorwaarden voor de uitoefening van het recht niet langer van toepassing zijn.
Bovendien kan een vaststelling worden gedaan indien de betrokken persoon de voorwaarden voor het recht op vrij verkeer heeft vervalst door vervalste of nagemaakte documenten te gebruiken of door valse voorwendselen te gebruiken.
Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als EU-burgers valse verklaringen hebben afgelegd over een arbeidsrelatie en in plaats daarvan aanspraak maken op een aanzienlijk bedrag aan sociale uitkeringen. Hetzelfde geldt voor zogenaamde schijnhuwelijken of schijnvaderschap.
Ernstige strafbare feiten kunnen ook leiden tot het verlies van het recht op vrij verkeer en de daaruit voortvloeiende verplichting om het land te verlaten. Als de EU-burger zijn verplichting om het land te verlaten niet vrijwillig nakomt, kan hij worden uitgezet.
EU-burgers die hun recht op vrij verkeer hebben verloren om redenen van openbare orde of veiligheid, mogen het federale grondgebied niet opnieuw betreden.